Bookmark and Share

In februari 1995 is Culemborg opgeschrikt door het dreigende hoge water. Uit voorzorgsmaatregelen moest uiteindelijk de hele stad evacueren. Voor velen staat de evacuatie in het geheugen gegrift. Op weg naar de uitvoering van De Pontbaas delen de Culemborgers hun verhalen uit 1995.

Een bewuste dinsdag begin februari 1995 was voor alle bewoners van Culemborg een memorabele dag. Zo ook voor Herman Wevers, medewerker van Bibliotheek Rivierenland. “ ’s Ochtends presenteerde ik nog een ochtendprogramma op SRC fm en ging ik daarna naar de bibliotheek.  Daar hoorden we de eerste geruchten, dat ook Culemborg geëvacueerd zou worden.  Toen dit ’s middags officieel werd, is het personeel naar huis gegaan en heeft een ploeg collega’s uit Arnhem alle boeken en computers naar de eerste etage gebracht.” – vertelt Herman.

“Ook thuis veel naar naar boven gebracht,  niet beseffende dat bij een dijkdoorbraak het water, zeker in Parijsch, daarboven ook had gestaan.” – Net als bij vele andere gezinnen sprong de familie Herman en zijn gezin te hulp. “Uit de Achterhoek heeft een familielid waardevolle spullen opgehaald, foto’s en dergelijke.  Naast het huis staat nog steeds een paaltje scheef. Die moest er destijds uit om met de aanhanger bij de voordeur te komen.  ’s Avonds met vrienden nog de laatste wijnflessen leeggemaakt. De evacuatie verbroederde.  ’s Avonds stond  op de Prijsseweg een lint van autolampen. Het had ook absoluut geen zin om te vertrekken. Het was enorm druk op de weg. Het verkeer stond urenlang vast. Woensdag eerst nog mijn schoonouders geholpen met ontruimen. Gelukkig sprak mijn schoonvader, een echte Culemborger,  nog de geruststellende woorden ”Het water heeft hier wel veel hoger gestaan“. 

Uiteindelijk zijn wij woensdag laat in de middag naar Maarssen gegaan waar we bij een collega van mijn vrouw konden verblijven.” Gelukkig duurde de evacuatie niet lang en het gezin kon snel weer terug naar huis. Herman benadrukt de rol van SRC fm tijdens de evacuatie. “Ze waren al heel snel live en op die manier konden de stadbewoners alle nieuws op de voet volgen. Welke winkels al opengingen enzovoorts. Iedereen was in de weer, velen gingen hun huis opknappen. En ik? Ik ging met de collega’s alle boeken weer op de juiste plank leggen zodat de bibliotheek zo snel mogelijk open kon. “

Klik hier voor een geluidsfragment van src.fm, opgenomen op de dag van de evacuatie in 1995.

Op de bewuste dinsdag in februari 1995 had schoenmaker Nico Bron de radio de hele dag aanstaan. Op de vroege middag kwam net een klant in de winkel binnen toen door de luisprekers de oproep kwam: ‘de hele stad moet evacueren’. Nico gaf de schoenen aan de klant terug. Hij wist tenslotte niet wanneer hij weer aan het werk kon. Wat hij wel wist is dat zijn zware machines in veiligheid moesten worden gebracht. Enkel vanuit het politiebureau kon hij op dat moment nog zijn leverancier bellen om te vragen of zijn daarin iets konden betekenen. En ze konden. Het viel Nico mee hoe snel en adequaat zijn machines zijn opgehaald. Hij kon dan ook met een gerust hart zijn schoenmakerij achterlaten en zich concentreren op zijn huis en familie. Nadat hij wat persoonlijke en waardevolle spullen inpakte, vertrok hij met zijn gezin naar Gouda. Hij nam liever de Prijseweg naar de Diefdijk omdat daar het verkeer nog niet vastzat. Wel zag hij grote veewagens onderweg. De evacuatie was indrukwekkend. Gelukkig is er niets gebeurd en na drie dagen kon hij weer opgelucht glimlachen naar de welkomstborden in Culemborg. Samen met vrienden, kennissen en de dienstverlenende  leverancier zorgde hij er snel weer voor dat hij zijn klanten kon helpen. En de mevrouw die op het moment van de evacuatie niet meer geholpen kon worden, kwam als een van de eerste klanten terug voor de reparatie van haar schoenen.    

“In 1995, ten tijde van de dreigende overstromingen, zat ik in militaire dienst. We bivakkeerden een dag of vijf in een afgelegen bos, toen de inwoners van Culemborg moesten worden geëvacueerd. Ik kon en mocht in die week absoluut geen contact hebben met de buitenwereld, en de buitenwereld ook niet met mij. Dat kon trouwens ook niet, want mobiele telefoons waren toen nog een zeldzaamheid. Ik wist dus van niets, en hoorde pas voor het eerst van de situatie toen we een paar dagen later het bos weer verruilden voor de kazerne. Op onze groepskamer stond een gehuurde televisie, waarop we met z’n tienen, uiteraard geschrokken en gespannen, de beelden van het kolkende water zagen. Contact leggen met de ‘buitenwereld’ bleek vervolgens minder eenvoudig dan ik had gehoopt, want waar waren mijn vriendin, familie en vrienden naartoe gegaan? Uiteindelijk heb ik via via de verblijfplaats van mijn vriendin kunnen achterhalen. Ze logeerde bij studiegenoten in Amersfoort, dus daar ben ik voor het weekendverlof vanuit Nunspeet naartoe gereisd. Na een zeer studentikoos weekend moest ik mij op zondagavond vóór 23.00 uur weer melden op de kazerne, dus van de situatie in Culemborg heb ik niets gezien.” – Jeroen uit Culemborg

Ook Hubrien Meijaard herinnert zich de gebeurtenissen: “Eind januari 1995 werd duidelijk dat de kans op een dijkdoorbraak zo groot was, dat we moesten evacueren. Geen mobieltjes, geen internet, geen Twitter….gewoon één zwaar overbelaste telefoonlijn waarmee ik mensen probeerde te bellen die ons zouden kunnen helpen. En helpen deden ze, en ze kwamen niet alleen: die dagen kwam er werkelijk een karavaan helpers de Betuwe in. Met man en macht werd ons huis leeggeruimd; alleen de zolder werd volgestouwd – daar zou het water niet komen – , voor de rest ging alles mee. En ja, ik bleek een grote Echte Vriendenclub te hebben: veel auto’s met aanhangers, veel handen, veel hulp dus ook beschikbaar voor andere mensen in de straat. Volgeladen ging de karavaan weer de Betuwe uit: een groot lang lint van auto’s wurmde zich stapvoets richting veiliger plekken.

 

Daar sta je dan, in een leeg huis, in een lege straat, in een bijna lege stad. Bijna, want de bewoning en bewaking was tijdelijk overgenomen door politie van elders. Echt heel onwezenlijk om die avond nog door een soort spookstad langs een paar kennissen te rijden om te kijken of daar nog wat hulp nodig was.

Toen moest ook ik weg….Tot dat moment was het toch nog een beetje “niet echt”, een soort giga-oefening. Jazeker, ik had op de Lekdijk gestaan waar het water in de uiterwaarden zo hoog stond dat het er bijna overheen stroomde. Maar toch… Totdat ik via de brug bij Rhenen de Betuwe uit reed: overal stonden hulpdiensten, politie en brandweer. Het verkeer mocht maar één kant op en wel zo snel mogelijk: naar boven, de brug over, eruit! Daar vlakbij was het toch echt heel serieus: met man en macht werd met zandzakken geprobeerd om bij Ochten een dijkdoorbraak te voorkomen. Daar, op dat punt, realiseerde ik me hoe “echt” het dus was, dat er wel degelijk een serieuze mogelijkheid bestond dat ons huis ruim 4 meter water te verduren zou krijgen…

Zoals iedereen weet is het gelukkig met een sisser afgelopen: de dijken hebben het gehouden en na een week konden we weer terug. Achteraf denk je, waar gaat dit over… maar als je op de terugweg dan Culemborg inrijdt, waar vlaggen en grote borden staan met “welkom thuis, Culemborgers!” ja, dan ben je dus gewoon ontroerd.” Lees hier de volledige blog van Hubrien over Culemborg en water.

Wilt u uw verhaal over de evacuatie delen? Neem contact op via publiciteit@theaterdefranscheschool.nl